bye2017.reismee.nl

Mont Ras II

31. MontRas II

We blijven op de camping een week staan, want het weer is prima, 27-30 graden, en het zwembad ook. We scooteren naar Palafrugell en bezoeken het kurkmuseum. In dit dorp werkte vroeger zo'n 1000 mensen in de kurkfabriek. Een hele industrie. In de oude fabriek is nu een modern museum gemaakt. De machines en de verschillende kurkprodukten staan tentoongesteld. We kennen best veel producten: de wijnkurk, de kroonkurk met kurken inlay, schuurblokjes, zwemkurken, drijfkurken, dobbers, onderzetters, geluids- en warmteisolatie, vloeren, hoeden, zolen, het buitenste laagje van sigarettenfilters en nog wel meer. Een mooie film verteldt ons de geschiedenis van het oogsten en verwerken. Het is een leuk, klein en educatief museum. Daarna drinken we een café Americano op het plein, waar mooie corten stalen beelden staan. We kopen onze lunch bij de Lidl en eten die onder een boom op. Callel de Palafrugell aan zee is vlak bij, leuk om naar toe te rijden. Het is nog een puur dorp. Helaas, Joris mag niet op het strand, dus tuffen we weer naar huis en nemen een plons in het zwembad.Op donderdagis het 'het diner van de gasten'. Tegen een gereduceerde prijs eten en drinken we op het terras groene salade, paëlla, citroenijs, witte wijn en koffie. Met onze buren als tafelgenoten. Een gezellige avond. Yvonne heeft een rolletje kurk gekocht en er wat van gemaakt. We gaan morgen, zaterdag, nog even terug naar het museum om nog een meter te kopen. Maandag gaan we meer noordwaarts, Frankrijk in, langzaam richting huis, waar we over 10 dagen weer veilig hopen te zijn.
BYe

30. Tarragona en Mont Ras.

30. Tarragona en Mont-ras.

Op de grote camping 'las Palmeras' in Tarragona, zo'n 200 km naar het noorden, staan we pal aan het strand. We krijgen een mooie plek toegewezen, met de luxe van een eigen palmboom, met schaduw. Zo'n boom hebben we nog nooit eerder gehad. Een vakantieplaatje. Het strand is mooi en is zeer langzaam aflopend in zee. Helaas ook hier mogen geen honden op het strand. We begrijpen het overigens wel, maar vinden het wel jammer. Daarom gaan we om en om de strandpoort van de camping uit. In Spanje is het strand voor iedereen toegankelijk en geen eigendom van een camping. Boudewijn gaat nog even in de golven hangen, Yvonne loopt door het warme zeewater. Het waait flink. Daarom horen we de treinen die vlak langs rijden gelukkig niet goed. Een ding hebben we hier geleerd. Ook bij zee zijn er muggen die steken! Horren dicht! Het is hier wat koeler, 26 / 27 graden. Door de wind gaat Yvonne binnen vouwen, want buiten waait alles weg. De volgende dag, maandag, gaan we weer verder. In de buurt van Barcelona hebben we bakken met buien en wordt het Hollands druk. De straten worden rivieren. Gelukkig rijdt iedereen, door de drukte, erg rustig. 100 km. hoger is er niks gevallen. Daar, in Mont-ras, bij Palafrugell, is onze volgende stop. Het is voor ons een dure camping. Maar als we 7 nachten blijven, betalen we er 5. Daar wordt het een stuk goedkoper van. We staan onder eucalyptusbomen. Je ruikt ze, een sauna-mint-geur. Op 3 meter afstand zoekt een hop, daar is ie weer, voedsel. De weersverwachting is goed voor dit gebied, dus we blijven hier maar een poosje. Parafugell is voor de boodschappen vlak bij. WiFi doet het hier prima en er is een heerlijk groot zwembad. Ook hier zijn weer veel Nederlanders en verder Engelsen en Fransen en natuurlijk de Catalanen.Op donderdagis er een speciaal menu in het restaurant. Dat gaan we proberen.

29. Benicásim.

29. Benicásim.

Na 5 heerlijke dagen in El Portus, ook met regen, storm en hoge golven en een veranderd strand, rijden we zo'n 380 km. noordwaarts langs de Costa Blanca. Maar eerst doen we boodschappen bij de Lidl. Daar zijn we fan van geworden. Goed en goedkoop en alom aanwezig in Spanje. De app zit in onze TomTom, dus we kunnen ze feilloos vinden. Hierna kunnen we weer minstens 5 dagen vooruit. We rijden op de A- weg en die rijdt goed door. Het is zaterdag, dus er moet gefietst worden. De Spaanse cabalero's trappen de pedalen lustig rond. Er zijn niet veel vrachtauto's op de weg en ook de Spanjaarden zijn blijkbaar thuis. Na enige tijd zetten we toch de airco maar weer aan. Het is te warm buiten en daar wordt je sloom van. De rit voert door de huerta's met sinaasappelbomen. Halverwege de middag komen we aan in Benicásim, een mooie badplaats met prachtige oude villa's van begin1900, metgrote tuinen pal aan de boulevard. Ze zijn vast beschermd, want er staan borden met uitleg over deze villa's langs de promenade. Voor een miljoentje of wat kun je er soms een kopen en opknappen. Het strand is hier prachtig breed met douches en vlonders, maar verboden voor honden. Er zijn bijna geen stalletjes. Een groot glas bier met olijven en zoute pinda's smaakt prima, met dit mooie uitzicht op zee. 4 Spaanse ouders zingen een grappig kinderliedje met gebaren voor hun kinderen. Yvonne vraagt: 'again?' En ze doen het nog een keer. Daarna zingt Yvonne voor hen 'in de maneschijn', met gebaren. De families proberen vrolijk mee te doen. Onze camping, Azahar, genoemd naar de streek, ligt 100 m. vanaf de boulevard. We hebben contact met een jong Duits stel met een kindje van 11 maanden, die 3 maanden rondreizen door Spanje en Portugal. De Spaanse families vieren hun weekeinde met koken en eten. Weliswaar onder een afdak, want het regent deze avond. Een leuk schouwspel. Het gaat tot laat door, we worden wakker van voetballende kinderen om 0.00 uur. Gelukkig stopt dat ook weer snel en slapen we door. 's Morgens is het lekker afgekoeld. We staan onder bomen die langwerpige braamachtige vruchten geven en laten vallen. Je kunt ze eten, maar ze vlekken ook. Opgepast! De wielewalen lusten ze ook. We zien een gele schicht tussen de bomen door vliegen en ook weer terug komen. Vlak na vertrekop zondag, komen we een sinaasappelkraam tegen: 10 kg. / € 4. Dat proberen we maar eens. Ze ruiken alvast heerlijk. En smaken dito!
BYe

28. Cartagena / El Portus.

28. Cartagena / El Portus.

Twee dagen later trekken we nog meer zuidwaarts, richting Cartagena, 230 km. naar beneden. Het strand van gisteren is ons goed bevallen. We kiezen voor de oude provinciale weg en niet voor de péage. De kustweg voert langs het 'Manhattan' van Spanje: Benidorm. Er staan hele hoge en ook mooie flats tussen. Alleen past het niet bij zo'n mooie kust. Daarna volgt Allicante, een aftreksel van Benidorm zo te zien vanaf de snelweg. Nee hier hoeven we niet te zijn. Vanaf Alicante gaan we de snelweg op, via Murcia richting Cartagena. De kustweg is leuk, maar schiet niet op en het is inmiddels alweer warm. We gaan de airco aanzetten. Het landschap wordt steeds dorder en droger. Geen water, geen groen. El Portus ligt op zij van Cartagena en is kaal. Maar onze camping heeft zijn vallei en baai. En het mooist van alles is: we staan vlakbij het stenen-strand. Het water is blauw, heel doorzichtig, je kunt de vissen zien én voeren met brood. Onze plek heeft wel 3 bomen en altijd is er ergens schaduw en een lekkere zeebries. We boffen ermee, want verder willen we niet op veel plekken staan, vanwege de brandende zon. Naast ons staan Engelsen met een grote camper en een Harley Davidson. Het zijn vriendelijke buren, die ons meteen over de omgeving vertellen. Daar kunnen ze bij de receptie nog veel van leren, want onze entrée hier was wat minder gezellig. Er zijn veel Engelsen en Fransen, die hier maanden verblijven. Bij het strand is er een dikke oude Spanjool, met donkerbruine rookstem, die de boel als badmeester regelt, als het nodig is op zijn fluitje blaast en veel praatjes maakt met de campinggasten. We zijn nog nooit op Aruba e.d. geweest, maar kunnen ons voorstellen, dat het daar zó is. Ook dagjesmensen komen naar het strand. Het is een komen en gaan langs ons pad. Leuk! Mensen kijken. Het is bijna 17.00 uur, tijd voor een biertje, met altramuces, Dat zijn lupinebonen uit zout water. Je eet ze door te doppen. Een lekkere tapa!
BYe.

27. Xábia/Javea.

27. Xábia / Javea.

Na vertrek uit Valencia rijden we zo'n 110 km. langs de kust. Af en toe slaan we even af en komen we in authentieke dorpjes terecht, zo'n plaatsje waar ze het toerisme wel promoten, maar waar het ook nog zo heerlijk rommelig is. El Palmar is er zo een. Gelegen aan een groot binnenmeer in Parc Natural l'Albufera. Er loopt één doodlopende weg, met smalle bruggen naar toe. Vele borden nodigen ons uit, om een tochtje met een 'barca' te maken. Het is al behoorlijk warm, daarom lijkt het Yvonne niet zo'n goed idee. We willen wel naar Cap de Sant Antoni. Uiteraard gaan we slingerend omhoog en worden beloond met een prachtig uitzicht op de baai van Xábia. Zon, blauwe zee, bootjes, hoge bergen en een stadje. Na vele leuke plaatsjes zijn we het rijden alweer zat, de temperatuur is inmiddels ook alweer 30 graden. Even de ACSI-gids raadplegen, er zijn hier zelfs 2 campings met ACSI-korting. El Naranja, de sinaasappel, keuren we af vanwege te weinig schaduw. We gaan verblijven op camping Javea, tussen de sinaasappelplantages. We staan op een echte Spaanse camping: een grote parkeerplek met grind, een zonneafdak en hebben een boom die schaduw geeft. Dat is het koelste, schaduw van een boom. Er is een heel groot zwembad, afmeting wedstrijdbad, met lauw badwater. Maar toch wel lekker. Daar om heen staan hele hoge palmbomen en het is verder mooi aangelegd met ligstoelen en kunstgras Een badmeester is er ook bij, die volgens mij de hele dag met zijn telefoon kan spelen. De camping ligt 10 minuten vanaf de stad en het strand. Het ziet er allemaal nog onbedorven uit. Er zijn wel toeristen, maar ook Spanjaarden aan het strand. En het water ....... azuurblauw en heerlijk fris. Wat is dit geweldig. Het strand bestaat uit pebbels, ronde steentjes en Yvonne vindt ook hier zeeglas. Leuke bezigheid, i.p.v. bakken op het strand. Joris hebben we in de camper gelaten, omdat het nog koel is. Gelukkig is er deze zondag wel een mini-mercado open en kunnen we vers brood kopen. Boudewijn probeert de smaak van een sinaasappel van een van de bomen op de camping. Waarom hangen er toch nog zoveel aan? Juist, omdat ze niet te eten zijn!
BYe

26. Valencia

26. Valencia.

Op dit moment zit Yvonne in de schaduw, met een briesje. We staan op een echte Spaanse camping. Dat wil zeggen een plek met zand en grind van 10 x 10 m. en wat geknotte bomen voor de schaduw. Het lijkt een soort camperplek, alleen mogen we hier de stoelen en tafel wèl buiten zetten, hebben we 's morgens vers brood, WiFi en er is een mooi zwembad. Het is hier aangenaam en het barst van de Nederlanders. Camping Coll Vert is een prima ACSI camping, die in een voorstad van Valencia ligt. Het strand is op loopafstand. In de verte zie je de kranen van de haven en schepen liggen op zee te wachten. We zitten hier in de huerta, met de groene sinaasappelboomgaarden en tuinbouwgronden, maar het is een rommelig geheel van groen en industrie door elkaar. Alles wordt geïrrigeerd vanuit de betonnen irrigatiekanalen. Rijst wordt hier ook gekweekt in moerassen, afgezet met dijkjes, want de rijst moet onder weer staan. Een nadeel is, dat er hierdoor ook muggen zijn. Yvonne heeft in de kleine campingwinkel anti-muggenmelk gekocht. Eens kijken of dat helpt.Op de scooter is het 15 km. naar het centrum van Valencia. In de stad is in de jaren 80 de rivier de Turia omgelegd. In de oude rivierbedding zijn parken en prachtige moderne gebouwen van de hand van architect Calatrava neergezet. Het lijnenspel is een lust voor oog. Heel bijzonder en het maakt deze stedentrip zeer de moeite waard. Een dag later gaan we naar het oude centrum. Alle bouwstijlen zijn vertegenwoordigd. Maar soms wordt de overdaad gewoon lelijk! Mensen kijken op een groot plein is een leuke bezigheid. De overdekte mercado (markt) is prachtig en de kersen smaken hier prima. We eten tapa's in een bar, waar we ze zelf uit luikjes mogen pakken, het afrekenen gebeurt na het eten: de lengte van de stokjes geeft de prijs aan. Ook nu wordt het met het uur warmer en na lekker geslenterd te hebben, zoeken we de scooter weer op en rijden de drukke stad uit en langs dorpsweggetjes door de huerta terug. Bij thuiskomst nemen we een frisse douche. Op onze laatste dag hier lopen we langs het strand. Je mag op veel plekken niet komen met een hond. Dus een beetje de mensen én de politie ontwijken. Boudewijn ziet 's morgens 8 hopvogels en 's middags zoeken en vinden we zeeglas. Wat een relaxte bezigheid.
BYe

25. Siërra Natura II

25. Siërra Natura II

Ook hier kan het regenen! Op onze tweede dag hier begint het om 16.00 uur heel hard te regenen. Aan de voorkant van de camper ontstaat spontaan een meertje. De tweede was, hing nog nat aan de lijn en is er niet droger op geworden. Het komt morgen wel weer goed. Dat is zondag en de zon schijnt. Een heerlijk begin van de dag, is wat baantjes zwemmen in het prachtige zwembad, met een geschilderde mandala op de bodem. De decoraties zijn het werk van Carmen, de eigenaresse. Daarna kunnen de warme stokbroden worden afgehaald. We voelen ons verwend. Je kunt hier op het grote ruige terrein om de camping rondwandelen. Er zijn routes met kleuren uitgezet. We doen de rode van 4 km. Dat lijkt niet zoveel, maar het is van tijd tot tijd flink klimmen en dalen. Voor Yvonne is zulk geklauter, met stok, lang genoeg: de knietjes hè. We doen er iets meer dan een uur over. Bij thuiskomst nemen we een heerlijke plons in het zwembad om af te koelen. En daarna is het alweer lunchtijd, met weer zo'n lekker stokbroodje met sla, tomaten en een eitje. Er zingen veel vogels. Een soort zingt 'tjilp tjilp, drink meer bier'. Een nieuwe 'mama appelsap'. Daarna zetten we Joris onder de geïmproviseerde douche en soppen we hem met groene zeep. Hij vindt het maar zozo, maar heeft geen keus. Hij kan nog even drogen in de zon, want om 15.00 uur stort de bui weer los en gaan we, mét de droge was, binnen zitten. We blijven hier nog een paar dagen en gaan dan richting Valencia. Vandaar uit zakken we af naar beneden, om een rondtrip uit ons camperreisboek te maken en weer te eindigen in Valencia.
BYe

24. Siërra Natura

24. Siërra Natura.

We rijden een aardig eind deze dag. Van Cáceres naar Moixent. Dat is met pauzes mee, zo'n 10 uur onderweg. Om 13.30 uur hebben we zicht op Toledo, met de ommuurde oude stad. Helaas, het is te heet voor een bezoek en we rijden door. We komen langs bloeiende mimosa en brem, zien kuifleeuweriken, passeren de rio Tajo (de Taag) en velden vol zonnepanelen, die vaak ook nog mee kunnen draaien met de zon, ongebruikt land, olijfgaarden en golvend geel graan. Op bergkammen zie we 'Don Quichot'-molens in een rij staan. Er is niks nieuws onder de zon met de huidige grote windmolens. Onze weg heet de Rutas Turisticas. Hoe meer we bij onze bestemming komen, hoe groener het wordt. Er is hier meer water! Het laatste stuk naar de camping is een smalle bergweg omhoog. Passeren gaat net, met passen en meten. Af en toe is er een onoverzichtelijke bocht in de bergen uitgehakt en zie je de weg niet. Toeteren dus. En je voet bij de rem, om plotsklaps te kunnen stoppen, want de localen rijden vlot door en wij zijn breed. Boudewijn brengt ons keurig naar boven. Ik ben trots op deze chauffeur. Op de camping treffen we een soort Gaudi achtige follies aan. De eigenaren zijn 17 jaar geleden met de camping begonnen en hebben alles zelf gebouwd, op een basis van van ijzeren geraamtes, kippengaas en opgevuld met beton en beschilderd. Van de receptie / restaurant, het zwembad tot en met de WiFi ruimte aan toe. Ook staan er vakantiehuisjes, die zo zijn gemaakt. Enig! Het is hier in dit deel van Spanje, Llevantes, een stukje koeler en dat is heel aangenaam. Onze plek is aan de rand van het terrein. Hobbelend en schuddend rijdt Boudewijn de camper naar beneden. Het laatste pad kan met wat heen en weer steken genomen worden. Dan hebben we een mooie grote vlakke plek, met zon en schaduw van bomen. De eerste bocht in het pad voor de terugweg, hebben we alvast wat geëffend met stenen, die hier te kust en te keur liggen. We nemen af en toe een plompje in het zwembad en we lezen, vouwen, luisteren naar de vogels en wifïën, ach wat wil een mens nog meer. De pinautomaat is nog niet gearriveerd bij de receptie, dus moeten we contant afrekenen. We tellen even hoeveel dagen we hier kunnen blijven, zonder naar beneden te moeten rijden om geld te halen. Het is voldoende, alleen moeten we dan wel zelf koken. Spijtig, want Yvonne had wel uit de Spaanse keuken mee willen eten. Maar wat we zelf klaarmaken smaakt ook heel goed! Het wordt een Indische hap met kip vanavond.
BYe